‘Het is dat yoga zich niet in potjes laat proppen, anders zou het wereldwijd het best verkochte medicijn zijn.’ Dat zei de Amerikaanse neurobioloog en psychiater Murali Doraiswamy.

 Yoga heeft een rustgevende en stemmingsverbeterende werking. Naast de ‘mechanische’ is er ook nog een ‘chemische’ verklaring voor deze werking van yoga. Amerikaans onderzoek toonde aan dat yoga een flinke boost geeft aan het gaba-niveau in je brein.

Gaba is een neurotransmitter die ervoor zorgt dat de hersenen minder ontvankelijk worden voor prikkels. Het is daarmee een natuurlijke tranquillizer; het brengt je denken tot rust, maakt je minder angstig en geïrriteerd, en zorgt dat je beter slaapt.

De Amerikaanse onderzoekers besloten te kijken wat er gebeurde als je lichamelijk en geestelijk gewoon gezonde mensen die nog niet eerder aan yoga hadden gedaan, twaalf weken na elkaar drie yogalessen van een uur gaf. De controlegroep kreeg in dezelfde periode drie wekelijkse wandelsessies van een uur.

Rustig bewegen deden dus alle deelnemers. Toch was het effect van yoga groter. De yogagroep had na twaalf weken een beduidend betere stemming, voelde zich vitaler en ervaarde minder angsten dan de wandelgroep. Ook was bij de yogagroep tijdens de sessies een grotere stijging van het gaba-niveau in de thalamus te zien – het hersengebiedje dat, jawel, de parasympathicus aanstuurt.

En, zeggen de onderzoekers, dat is nog maar het begin; want in eerdere onderzoeken zagen ze bij ervaren yogabeoefenaars een nog veel sterkere stijging van het gaba-niveau tijdens een sessie. Anders gezegd: hoe langer en hoe meer je yoga beoefent, hoe rustgevender het effect ervan lijkt te worden.